De plek nabij Korenmolen 7 waar de struikelsteen zal komen te liggen
De plek nabij Korenmolen 7 waar de struikelsteen zal komen te liggen Annette Stolk - de Vries

Het verhaal van Levie Mozes uit Houten, opgepakt voor het niet dragen van de Jodenster

29 april 2020 om 07:09 Historie

HOUTEN Slechts 39 jaar oud was Levie Mozes toen hij in februari 1943 in Auschwitz werd vermoord. Vier maanden daarvoor was hij in Houten opgepakt, officieel voor het niet dragen van de Jodenster. Ter nagedachtenis aan Levie komt er een struikelsteen op de plek waar hij woonachtig is geweest.

In 2019 en 2020 herdenken we het einde van de Tweede Wereldoorlog, 75 jaar geleden. Ter gelegenheid daarvan stonden er in Houten diverse activiteiten gepland. Eén daarvan was het plaatsen van een 'Stolperstein', een struikelsteen, aan de Korenmolen. Een struikelsteen is gemaakt van beton, met daarop een messing plaatje van 10 x 10 centimeter. In het plaatje is de naam, geboortedatum, deportatiedatum, plaats en datum van overlijden gegraveerd van mensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn verdreven, gedeporteerd, vermoord of tot zelfmoord gedreven. Het is een project van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig en de stenen vormen gezamenlijk een over geheel Europa verspreid monument ter nagedachtenis aan al deze slachtoffers.

OPGEPAKT Levie Mozes is geboren in Lille, Frankrijk op 15-12-1903. Hij trouwde met de niet joodse Maria Willemsen en ze woonden aan de Odijkseweg 207a.(Nu Korenmolen 7). Houten was toen nog een dorp met 2700 inwoners. Mozes was leerkoopman van beroep. In de oorlog pakte hij echter allerlei karweitjes aan. Op een avond in oktober 1942 zat hij te praten op de boerderij van Van Wijk. Dit was op de Grote Geer dat toen nog buiten het dorp lag. In een getuigenverklaring na de oorlog vertelde boer van Wijk: "Hij was nog niet lang bij mij in huis toen de politieman Hoekstra uit Houten de deur binnenkwam, in gezelschap van twee of drie in burger geklede personen. Toen zij Mozes zagen zitten, werd hij direct meegenomen. Ik was zo geschrokken dat ik niet veel meer van deze arrestatie kon herinneren De fiets van Mozes is hier achtergebleven. Ik heb hem nooit meer teruggezien."

VERRAAD Hoekstra was destijds veldwachter in Houten. Hij sprak in 1946 zijn vermoeden uit dat Maria Willemsen haar man zou hebben verraden. "Ik verklaar, dat ik het bijna aan zekerheid grenzende vermoeden heb, dat de vrouw van Mozes, Maria Willemsen genaamd, haar man heeft verraden." Na verluid hadden Mozes en zijn vrouw geen gelukkig huwelijk. Dit bleek ook uit een verklaring van buurvrouw Van Rooijen. "Verschillende malen werd ik bij een ruzie tusschen deze beiden ontboden, dan weer eens door de man en dan weer eens door de vrouw . Zij had haar man flink onder de duim, want als er weer eens een ruzie was, gebeurde het wel dat zij tegen de jood zei: Als je zoo doorgaat, ga ik naar de Duitschers."  Maria Willemsen verklaarde na de oorlog: "de verhouding tusschen mij en mijn man was niet bepaald goed. Ik kreeg veel slaag van hem. Daarom heb ik ook moeite gedaan om van hem af te komen. In 1940 ben ik naar de Duitsche Dr. Joachim op de Maliebaan gegaan, met het verzoek om opname van mijn man of te werkstelling in Duitsland. Ik had geen relaties met de SD. (Sicherheitsdienst red.)."

HISTORIE Het verhaal van Levie Mozes is aan het licht gekomen doordat zijn naam voorkomt in het Digitaal Joods Monument. Dit is een website (www.joodsmonument.nl) met namen van alle Nederlandse Joden die tijdens de bezetting zijn omgekomen. Bij de naam van Mozes staat een verwijzing naar het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR). In dit archief vindt men opsporings –en berechtingsdossiers van personen die na de oorlog zijn verdacht van en veroordeeld voor 'onvaderlandslievend handelen'. In één van de dossiers staan de namen van drie Utrechtse politiemannen: Cornelis van Tricht, Nico de Jong en Jan van Kleef. Zij werkten voor de Centrale Controle, de afdeling van de Utrechtse politie die vanaf juni 1942 verantwoordelijk was voor de opsporing en arrestatie van (ondergedoken) joden. De informatie over joodse onderduikers kwam meestal via de SD op de Maliebaan binnen. Na de bevrijding was de Politieke Recherche afdeling in Utrecht belast met het opsporen van 'foute' Nederlanders in haar regio. Zo kwamen zij Levie Mozes op het spoor als slachtoffer van Utrechtse politiemensen. Van Tricht, De Jong en Van Kleef waren namelijk de mannen die betrokken waren bij de arrestatie van Mozes in de Grote Geer. Na de oorlog zijn deze rechercheurs vervolgd en geïnterneerd. Van Tricht en Van Cleef kregen elf jaar gevangenisstraf. De Jong werd in februari 1949 vervroegd vrijgelaten in verband met zijn slechte gezondheid. Hij overleed een maand later.

TRANSPORT Hoe is het Levie Mozes destijds vergaan? Na zijn arrestatie op 12 oktober 1942 in Houten is hij overgebracht naar de gevangenis aan de Weteringschans in Utrecht. Van daaruit is hij overgebracht naar kamp Amersfoort. Begin december is hij aangekomen in kamp Westerbork van waaruit hij op 12 december op transport naar Auschwitz is gesteld. Daar is hij op 28 februari 1943, op 39 jarige leeftijd, overleden.

VERRAAD? Op 13 mei 1946 deed het Tribunaal Utrecht uitspraak in de zaak Maria Willemsen. Volgens de rechters kon de relatie tussen haar handelen en de arrestatie van haar man niet worden aangetoond. Ze was dan wel in 1940 naar de SD gegaan en had om tewerkstelling van haar man verzocht, maar de arrestatie was daar geen direct gevolg van. Bovendien vonden de rechters dat een brief, die Mozes vanuit Westerbork aan haar stuurde, niet de geest ademde dat de verhouding tussen de echtgenoten zodanig was dat zij bewust aan een arrestatie zou hebben meegewerkt. Levie schreef: "Ik kom levend thuis. Ik heb in Amersfoort wel een harde maar in dat opzicht goede leerschool doorlopen. Het moet heel gek zijn wil ik er niet doorheen komen. Na mijn thuiskomst hoop ik weer een gelukkige en goede toekomst tegemoet gaan."

VEROORDEELD Maria Willemsen werd na de oorlog toch veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf. Zij werd namelijk wel schuldig bevonden aan het meermalen bedreigen van voor haar onwelgevallige dorpsgenoten door haar connecties met de SD te noemen. Veldwachter Hoekstra die de rechercheurs naar het adres de Grote Geer had geleid, waar Mozes op dat moment verbleef, werd als een goede Nederlander gezien. In een verklaring na de oorlog gaf hij aan dat hij niet vermoedde dat het de rechercheurs om de jood Mozes te doen was. Naar zijn eigen zeggen realiseerde hij zich pas bij de Grote Geer waar hij aan meewerkte: "Toen pas begreep ik dat zij de jood Mozes moesten hebben omdat hij jood was."   

STRUIKELSTEEN De struikelsteen ter nagedachtenis aan Levie Mozes zou in maart reeds zijn gelegd bij de woning aan de Korenmolen 7. Door de coronamaatregelen is dit tot een nader te bepalen moment uitgesteld.

Bronvermelding: Voor het schrijven van dit artikel is geput uit het artikel 'Het lot van Levi' van april 2016 in 'Oud Utrecht' van Ceciel Huitema, historicus en werkzaam bij het Nationaal Archief in Den Haag.

door Annette Stolk – de Vries

advertentie
advertentie