Afbeelding
Het Utrechts Archief

Opgroeien in een station

7 maart 2018 om 07:30 lokaal Houten Toen

Rina en Arie van Schaik komen niet zomaar in het stationsgebouw te wonen. "Mijn vader was seinhuiswachter. Hij bediende de wissels en de overwegbomen aan de Vlierweg. Dat gebeurde vanaf het perron bij het stationsgebouw. In 1955 kon hij kiezen tussen werken in Houten of in Groningen", zegt Rina. "Hij koos voor Houten, omdat op dat moment werd geëxperimenteerd met automatische beveiliging en deze in Groningen eerder zou worden ingevoerd", vult Arie aan.

Frank Magdelyns

Vader werkt met twee anderen in ploegendienst. "Hij had het best druk, want er reden veel treinen door Houten. Hij liep altijd op klompen", zegt Arie. Rond 1960 zijn er drie woningen in het station met totaal 14 mensen. Van Schaik woont aan de linkerzijde, waar ooit het bagagedepot was. "Dat was goedkoper dan in de originele woning aan de rechterzijde", stelt Rina. De vijf kinderen slapen boven, waar slechts 1/3 van de zolder in gebruik is. De rest staat leeg. "Mijn vader heeft eens een gat in de afscheiding gemaakt en toen zag ik een hele lege zolder tot aan het andere eind. Er was veel ruimte."

Wonen in het gebouw is bijna spartaans. "Het was in de winter berekoud. We hadden een houtkachel en een kolenkachel, maar die verwarmden niet het hele huis. We wasten ons met opgewarmd water in een ketel. Een keer in de week gingen we douchen bij de buren aan de overkant. Als ik bij vriendinnen thuis kwam die in een rijtjeshuis in het Vlierplan woonden, zag ik hoe enorm mooi die huizen waren", zegt Rina.

DENDERENDE TREINEN Aan de treinen is de familie van Schaik gewend. "Passerende treinen hoorden we niet. Soms was er bezoek en die zat vervolgens recht op hun stoel. Ze vroegen dan wat dat was? Wij zeiden dan, dat zal wel een trein zijn." Passerende goederentreinen waren ook een tijdverdrijf. "We telden de wagons en schreven dat dan op", zegt Arie. Rina vermaakt zich binnen met een winkeltje op zolder en het uitvoeren van circusacts op de trap. Buiten wordt geknikkerd, maar ook op de spoorlijn gespeeld. "We gingen dan koorddansen op de rails. We probeerden zo lang mogelijk te lopen zonder eraf te vallen. Zodra de overwegbel bij de Vlierweg afging, verlieten we het spoor. Onze ouders waren er niet gelukkig mee. Als ze het zagen moesten we van het spoor af, maar echt straf kregen we niet." Rina blijft een enkele keer op het spoor staan, terwijl een trein over het andere spoor passeert. "Het was stom, je had niet in de gaten hoe gevaarlijk dat was en dat je kon worden meegezogen. De treinmachinisten? toeterden dan wel. Ik zocht sensatie, er was verder niets te doen."

Het stationsgebouw wordt nauwelijks onderhouden. Arie herinnert zich één schilderbeurt in de 13 jaar dat hij er woonde.

Wanneer de gemeenteraad in 1984 besluit het gebouw te slopen, zijn de buren het er niet mee eens. "Mijn ouders deden mee met het protest. Ze wilden er niet weg. Uiteindelijk zijn ze in 1985 verhuisd", zegt Arie.

VERPLAATSING De verplaatsing van het gebouw in de zomer van 2007 volgen broer en zus op de voet. "Toen het gebouw was verplaatst, dacht ik: dit is niet de plek, dit is niet mijn huis meer", zegt Rina. Ook het huidige opgeknapte gebouw heeft verschillen. "Zo zijn de kozijnen nu groen, maar waren die vroeger rood. De versierselen aan het dak, de schoorstenen, de buitenlampen waren er in die tijd niet", constateert Arie.

Wanneer ze bij de oude plek van het stationsgebouw staan, herkennen ze de bomen uit hun jeugd. "Die staan er nog. Hier was het tuinhek en daar het fietsenhok en om ons heen uitzicht." Een gat in de bodem is wat over is van hun huis.

Afbeelding
advertentie
advertentie